De keuze van de juiste doelstelling

Het vermogen om nieuwe indringers en/of opkomende soorten door middel van toezicht te identificeren is van doorslaggevend belang voor een adequate vroegtijdige detectie en snelle reactie. Toezicht is inderdaad noodzakelijk om een goede kennis van de situatie te hebben. Bovendien is het van essentieel belang de passende maatregelen te kiezen, waaronder uitroeiing, indamming, handhaving van ziektevrije gebieden of mitigerende maatregelen.

obj 237 Uitroeiing, de meest doeltreffende maatregel om het herstel van de inheemse biodiversiteit en ecosystemen te bewerkstelligen, is het meest waarschijnlijk haalbaar en succesvol in het vroege stadium van de invasie, wanneer er slechts een beperkt aantal exemplaren op welbepaalde locaties aanwezig is (zie de paragraaf "Tijd is doorslaggevend)". Deze techniek vereist echter een zorgvuldige en gedegen beoordeling voordat ze wordt geïmplementeerd.    
obj 236 Wanneer uitroeiing echter niet haalbaar is, bestaat een andere optie erin de soorten in kerngebieden in te dammen om hun verspreiding te beperken en ze binnen gekende locaties te houden. In dit geval wordt door de implementatie van diverse methoden voorkomen dat soorten zich verspreiden en andere gebieden koloniseren.
obj 239 Een andere maatregel is de handhaving van ziektevrije gebieden zoals stroomopwaarts gelegen delen van stroomgebieden en beschermde gebieden. In tegenstelling tot de indammingsmaatregel verhindert deze methode de komst van exemplaren in specifieke en geselecteerde gebieden.

 

Voor de implementatie van deze twee methoden moeten dus prioritaire sites worden aangewezen. Bij de selectie van de prioritaire gebieden moet rekening worden gehouden met verschillende criteria, zoals:

  • de ruimtelijke verspreiding van IAS
  • risico op een nieuwe invasie en op verspreiding naar en vanuit andere sites
  • staat en waarde van instandhouding van de site
  • herstelpotentieel
  • technische haalbaarheid
  • maatschappelijke acceptatie
  • beheerkosten
obj 238 Wanneer de soort te talrijk en te wijdverspreid is om een van de eerdergenoemde maatregelen te implementeren, kunnen verzachtendemaatregelen en beheesinspanningen op lange termijn worden overwogen om de omvang van de IAS-populatie te verminderen en de impact ervan te beperken. Wanneer vanwege technische, economische of politieke redenen geen beheermaatregelen kunnen worden getroffen, zal de IAS waarschijnlijk nog meer schade aanrichten in nog meer gebieden en dus een enorm probleem worden. Aanpassing en veerkracht van het ecosysteem zijn daarom van cruciaal belang. 

 

De keuze van de juiste doelstelling hangt ook af van de prioriteiten die voor soorten worden gesteld. Er moeten immers meerdere criteria in aanmerking worden genomen, waaronder:

  • de beheerbaarheid van de soort en de daarmee samenhangende kosten
  • de huidige en verwachte impact van de soort op de biodiversiteit
  • ecosysteemdiensten
  • niveau van invasie
  • introductieroutes
  • wijze van verspreiding (risico op een nieuwe introductie)
  • detecteerbaarheid
  • maatschappelijke acceptatie

Het stellen van prioriteiten is bijgevolg van doorslaggevend belang om op grote schaal doeltreffende en duurzame resultaten te boeken bij het beheer van IAS.