Een innovatieve aanpak van het beheer van Invasieve uitheemse soorten.

In Europa zijn Invasieve Uitheemse Soorten (IAS) erkend als de op één na grootste bedreiging voor de biodiversiteit, ecosystemen en menselijke activiteiten. Maar de huidige inspanningen om dit probleem aan te pakken zijn ontoereikend en de acties hebben wisselende en soms beperkte resultaten opgeleverd. Beslissingen over waar, waarom en op welke soorten actie moet worden ondernomen, worden hoofdzakelijk ad hoc en onafhankelijk van elkaar genomen als gevolg van de diversiteit van de betrokken actoren en de versnipperde aard van de beschikbare IAS-gegevensbronnen en aanverwante informatie. Het is dan ook moeilijk om vandaag een duidelijk beeld te krijgen van de beweegredenen achter de acties en de doeltreffendheid ervan. 

Omdat het aantal IAS en de daaraan verbonden kosten in de toekomst waarschijnlijk zullen toenemen, moeten nu passende en gecoördineerde keuzes worden gemaakt om te bepalen welke soorten en sites als prioritair moeten worden beschouwd. Deze beslissingen moeten worden ondersteund door de beste proefondervindelijke gegevens om de doeltreffendheid van de ondernomen acties te vergroten en tot een succesvolle aanpak van deze problematische soorten te leiden. Daarom verschijnt LIFE RIPARIAS op het toneel! 

Het LIFE RIPARIAS-project onderneemt actie om het beheer van IAS te optimaliseren door een  wetenschappelijke empirisch onderbouwde workflow te ontwikkelen die prioriteiten voor actie zal stellen. Dit zal beleidsmakers en beheerders op efficiënte wijze begeleiden bij het besluitvormingsproces over beheer van IAS, informatie verschaffen over de beste beheermethoden voor IAS en tegelijkertijd de kostenefficiëntie van beheeracties maximaliseren. Een dergelijk systeem, dat momenteel nergens in de EU wordt toegepast, berust op samenwerking tussen beheerders, beleidsmakers en het grote publiek.

 

Waar wij naar streven 

  1. Het toezicht op IAS verscherpen met het oog op de snelle uitroeiing van sommige opkomende soorten en de kosteneffectieve indamming van wijdverspreide soorten. 
  2. Ontwikkelen van duidelijke richtsnoeren voor het stellen van prioriteiten bij beheeracties. 
  3. Optreden tegen specifieke invasieve water- en oeverplanten en rivierkreeftsoorten in het proefgebied.
  4. De doeltreffendheid van de ondernomen acties evalueren.
  5. De aanpak in heel Europa promoten.