Welke soorten en waar? LIFE RIPARIAS stippelde samen met anderen een strategie uit voor het beheer van een stroomgebied met input van lokale stakeholders
Een beetje achtergrond
Invasieve uitheemse soorten (IUS) veroorzaken al jaren ecologische en sociaaleconomische schade door zich te verspreiden buiten het gebied waar ze van nature voorkomen, en België vormt geen uitzondering op dat fenomeen. Tot nu toe werd het beheer van die IUS vooral uitgevoerd door beheerders op lokaal en regionaal niveau en maar zelden op grote schaal, zoals voor een volledig stroomgebied of een deelbekken, vooral wanneer dat gebied zich uitstrekt over administratieve grenzen heen. Nochtans kan een betere communicatie en coördinatie van de beheerinspanningen van de vele betrokkenen binnen een stroomgebied het beheer veel doeltreffender maken. Soms worden coherente beheeracties belemmerd door een moeizame communicatie tussen beheerders die elkaar niet kennen en ook door gebrek aan kennis van de beste beheerpraktijken. Als gevolg daarvan kunnen invasieve soorten zich vaak opnieuw verspreiden vanuit aangrenzende en stroomopwaarts gelegen gebieden, en zijn de beheerresultaten niet duurzaam en evenmin rendabel.
Een van de cruciale initiatieven in het kader van het LIFE RIPARIAS-project is het opstellen van een coherente en gecoördineerde beheerstrategie op de schaal van een stroomgebied, met de medewerking van alle relevante stakeholders, zoals onder meer de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en Belgische overheid, organisaties, verenigingen, toeristische diensten, vrijwilligers die aan soortenbeheer werken en universiteiten. Zij werden geraadpleegd tijdens twee workshops om samen met de projectpartners de strategie uit te stippelen. De strategie is gericht op de intergewestelijke stroomgebieden van de Dijle, de Zenne en de Mark, die fungeren als proefgebied voor het uitvoeren van de beheermaatregelen in het kader van LIFE RIPARIAS. Het project spitst zich toe op een aantal oever- en waterplantensoorten en ook op invasieve rivierkreeftensoorten die in opkomst of al goed gevestigd zijn.
Beheermaatregelen nemen: JA! Maar met een gecoördineerde aanpak en met voorrang voor bepaalde gebieden en soorten |
De strategie bepaalt welke soorten en gebieden voorrang moeten krijgen bij de beheeracties binnen elk stroomgebied, met behulp van het instrument voor beslissingsondersteuning (Decision Support Tool), dat als onderdeel van het project wordt ontwikkeld. Die prioriteitsaanpak werd gebaseerd op de aanvankelijke verspreiding van IUS in een specifiek gebied gedurende een bepaalde periode (2021-2022 voor planten en 2016-2022 voor rivierkreeften) – en hangt dus ook af van vroegere beheeracties – en ook op bepaalde criteria zoals het risico van stroomopwaarts-stroomafwaartse verspreiding via waterlopen en overstromingen, de nabijheid van biologisch waardevolle gebieden of het stadium van de invasie.
Deze participatief ontwikkelde strategie werd gezamenlijk goedgekeurd door de drie gewesten op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu. Die goedkeuring was een belangrijke stap, want de strategie geldt voor alle bestuurlijke niveaus. Ze legt coherente doelstellingen vast voor de verschillende gewesten en biedt zo een gemeenschappelijke grondslag voor alle betrokkenen op de schaal van het stroomgebied. Zij optimaliseert en bevordert de duurzaamheid (voor de periode 2023-2031) van het beheer van invasieve uitheemse soorten op het vlak van tijd, arbeidskrachten en financiële middelen.