Tijd is een belangrijke bondgenoot

Een succesvol beheer van invasieve uitheemse soorten (IAS) hangt sterk af van een belangrijke bondgenoot: tijd.  Wanneer soorten op een nieuwe locatie worden geïntroduceerd, moeten zij eerst overleven, levensvatbare populaties vestigen en zich ten slotte onder de huidige milieuomstandigheden in het milieu verspreiden. Tijdens het invasieproces volgt de populatiegroei van veel IAS een specifiek traject dat een aanloopfase omvat, en gevolgd wordt door een periode van exponentiële groei. Deze waargenomen vertraging is een kritiek moment voor inspanningen om IAS te beheren.

De kans om een soort te verwijderen neemt namelijk af, terwijl de daarmee samenhangende kosten toenemen naarmate een IAS zich in de loop van de tijd verspreidt. De volledige en succesvolle verwijdering van een invasieve soort is dan ook alleen haalbaar als zij snel genoeg na haar introductie in het ecosysteem wordt gedetecteerd. Wordt de indringer echter niet snel gedetecteerd en verwijderd, dan wordt uitroeiing steeds minder waarschijnlijk of zelfs onmogelijk. In dat geval kunnen enkel nog langdurige en dure beheeracties eventueel soelaas brengen.

 

obj 235

 

Vroegtijdige detectie en snelle reactie (EDRR) is daarom vaak genoemd, met name tijdens de zesde conferentie van de 'Parties to the Convention on Biological Diversity' (CBD) in 2002, als een essentieel beginsel om het probleem van biologische invasies te beperken. Het vermogen om onmiddellijk te reageren op nieuwe indringers is echter vaak nog onvoldoende. Nieuwe indringers worden ook vaak te laat gedetecteerd, wanneer bestrijdingsmaatregelen niet meer zinvol zijn. Het is dan ook van cruciaal belang dat de landen beter in staat zijn deze soorten te detecteren en te registreren, zodat betrouwbare, tijdige en doeltreffende beslissingen en beheeracties kunnen worden geïmplementeerd voordat de soorten zich vestigen en verspreiden. 

 

obj 233